De god van de Caraïben

We zijn in het Jaar des Heren 1525. 25 januari. Het tribunaal van de Heilige Spaanse Inquisitie in Vera Cruz wordt voorgezeten door de bisschop Don Francisco. Er loopt een proces tegen Malana, die wordt beschouwd als een ketterse heks. Ze is verzwakt, gewond, haar benen werden gebroken. Het transport naar de plaats van het proces zou haar het leven kunnen kosten. Maar het tribunaal eist dat ze wordt veroordeeld. Padre Enrico Segura ondervraagt Maïana aan haar bedstee. Hij is ervan overtuigd dat de jonge vrouw de plaats van de schat van Moctezuma kent. Indien ze dit kan meedelen aan de Inquisitie, zal ze met rust gelaten worden en misschien niet berecht worden tot de brandstapel. Maar Maïana verhaalt haar ongelooflijke avonturen, haar bizarre lot dat haar enerzijds als een heilige en anderzijds als een ketterse naar voren brengt.